Structuur in je ontwikkelproces: versiebeheer met ‘Git’

Wanneer er meerdere ontwikkelaar aan één project werken is versiebeheer onmisbaar. Zonder versiebeheer wordt er gemakkelijk code overschreven en gaat kostbaar werk verloren. Bij Label Vier werken we met versiebeheer in de tool ‘Git’.  Met behulp van ‘Git’ houden we bij wie aan welk stukje code werkt en zorgen we dat de stukjes code worden gesynchroniseerd en samengevoegd. Op deze manier werken we snel en gestructureerd aan onze projecten.

Hoe werkt Versiebeheer?

Stel, er werken drie ontwikkelaars aan één website. Iedere ontwikkelaar heeft een eigen versie van de code op zijn of haar computer staan. Dit betekent dat na verloop van tijd deze codes uiteenlopen. Iedere ontwikkelaar heeft een klein deel ervan gewijzigd of uitgebreid. Versiebeheer is een stukje software dat er voor zorgt dat al deze verschillende versies van de code op één plek gesynchroniseerd worden. Deze plek heet de repository.

Zodra een ontwikkelaar een stukje code afrond kan hij er voor kiezen om dit door te sturen naar de repository. Deze handeling noemen we een commit. Dit betekent dat in de repository niet slecht één versie van de code staat, maar dat de volledige geschiedenis van alle aanpassingen door alle ontwikkelaars terug te vinden is. Hierdoor wordt er geen code overschreven en biedt het je de mogelijkheid om in de geschiedenis te kijken wat er is gebeurd. Wanneer er iets mis is gegaan kan je zelfs oude stukjes code weer terugzetten.

Wat is Git?

Bij Label Vier werken we met de versiebeheer tool ‘Git’. Met Git werk je in zogenaamde branches. Dit zijn vertakkingen van de code die je later eventueel kan samenvoegen. Je hebt op de repository meerdere branches, dus meerdere versies van de app of website naast elkaar. Dit is handig om 2 redenen:

  1. Op deze manier heb je altijd een directe kopie van de code die ‘live’ tot je beschikking. Dit is de code die op dat moment op de website of de app staat. Je kunt daarmee snel een reparatie doorvoeren zonder een nieuwe functionaliteit online te zetten die nog niet klaar is. Deze branch noemen we de master.
  2. Verdere ontwikkeling gaat via een branch die ernaast staat. Deze branch noemen we de develop-branch. Op het moment dat alle ontwikkelingen klaar zijn om online te zetten, voegen we de develop-branch samen met de master. Vanaf dat moment is de master weer een directe kopie van wat ‘live’ staat.
  3. Als er wordt gewerkt aan een grote nieuwe functionaliteit is het slim om dit los van de andere code te ontwikkelen. Dit doen we in de feature-branch. Op deze manier hebben andere ontwikkelaars geen last van zaken die drastisch wijzigen, maar nog niet af zijn. Als de functionaliteit klaar is voegen we hem samen met de develop-branch en staat hij klaar voor de eerstvolgende update.

Structuur in je ontwikkelproces

Door het gebruik van versiebeheer brengen we structuur aan in ons ontwikkelproces zodat:

  • Meerdere ontwikkelaars aan de code kunnen werken.
  • Ontwikkelaars aan meerdere functionaliteiten tegelijkertijd kunnen werken.
  • Er een duidelijke geschiedenis is van wat er geprogrammeerd is.
  • Updates makkelijk en vaak online kunnen worden gezet.

Deel 2 – GitFlow

Meer weten over het GitFlow model?

Deel dit blogbericht via